Kennisbank

2014 – Verslag netwerkbijeenkomst 14 november 2014 Vraagverlegenheid

Typerend voor het onderwerp van deze tafel “ vraagverlegenheid” is dat het even duurt voordat er belangstellenden zijn aangeschoven.

Tijdens het gesprek blijkt dat er binnen alle stadsdorpen genoeg aanbod is, maar weinig vraag.

Het is moeilijk om toe te geven dat je iets niet (meer) kunt  en dan om hulp te vragen, zeker aan iemand die je niet kent. Je moet elkaar dus eerst leren kennen. Een binnenbuurt van ca. 20 personen lijkt hier zich het beste voor te lenen.  Ook lijkt het een goed idee om een hulpvraag te combineren met iets gezelligs.  Het blijft lastig om de mensen, die dreigen te vereenzamen binnen een stadsdorp in beeld te krijgen. Ook professionele hulpverleners hebben hier moeite mee. De eerste die de melding ontvangt lijkt de huisarts te zijn of de POH. Stadsdorpen zouden met hen dus kunnen samenwerken.

Als er binnen een stadsdorp ook vijftigers zijn dan krijgen zij vroeg of laat te maken met een hulpvraag van hun ouders al of niet op tijd gesteld.  Maar je ouders wonen vaak niet in de buurt. Het idee ontstond of je niet een website zou moeten maken met ruil-de-hulp- aan-je-ouders.nl. Bijv. ik geef hulp in Amsterdam aan jouw ouders en jij aan de mijne in Groningen. Ooit in de verre toekomst misschien een ruil van het ene stadsdorp naar het andere?

Op de een of andere manier hebben we het idee dat alleen mensen die ouder zijn dan wij niet om hulp durven vragen. Doch al discussiërend en elkaar bevragend blijkt dat we zelf ook  niet zo hard lopen om een beroep op iemand te doen.  Eigenlijk moeten wij zelf het goede voorbeeld geven en eerder ja zeggen dan ontwijkend gedrag te vertonen als ons gevraagd wordt of we hulp kunnen gebruiken.

Diverse voorbeelden zijn de revue gepasseerd wat leidt tot de conclusie dat we immer paraat zijn om hulp aan te bieden, maar een debutant zijn bij het vragen om hulp.