Kennisbank

2014 – Verslag netwerkbijeenkomst 14 november 2014 over vergroten betrokkenheid

 

Er is nogal wat verschil tussen de stadsdorpen met betrekking tot het begrip ‘betrokkenheid’. Dat zit in een range van ‘aangeven van interesse’ tot ‘actief lidmaatschap’. Er bestaat wel een overlap wat betreft het werven van deelnemers, namelijk door flyeren in winkels en bij de huisarts etc.,  het organiseren van inloopborrels, koffieochtenden,themabijeenkomsten en het initiëren van gezamenlijke activiteiten als wandelen, filmbezoek,  leesclub etc. Hiermee wordt het aantal deelnemers vergroot maar dit zegt nog niets over de mate van betrokkenheid.

Er kwamen 3 kernvragen naar voren:

– hoe betrek je buren met problemen bij een Stadsdorp,als zij zelf niet om hulp vragen
Deze vraag is diepgaander behandeld bij de tafel ‘vraagverlegenheid’. Zie het verslag daarvan.  Hier kwam i.h.a. naar voren dat een persoonlijke aanpak het meest effect heeft. Er werd benadrukt dat het vragen en aanvaarden van hulp vrije keus moet zijn en dat er ook van enige wederkerigheid sprake moet zijn.

– Hoe krijg je meer ‘actieven’ bij een stadsdorp
Bij iedereen bestond wel het gevoel dat de groep die actief initiatieven ontplooit, te klein is en dat uitbreiding van die groep moeizaam tot stand komt. Het kan helpen om te inventariseren welke initiatieven er al zijn in de buurt en hoe je daarmee gezamenlijk netwerken kunt opbouwen. Communicatie is een zeer belangrijk item. Met een website alleen bereik je niet de hele doelgroep. Dat zal veelal toch moeten gaan via de brievenbus of folders. 

– Hoe creëer je een ‘dorpsgevoel’ in een stadsdorp?
Daar de meeste stadsdorpen vrij groot zijn,is het van belang om kleine binnenbuurten te vormen, zodat mensen elkaar leren kennen  en herkennen. Het dorpsgevoel wordt bemoeilijkt door de sociaal-economische  samenstelling van buurten. Er bestaat veel argwaan tussen groepen. Hoe doorbreek je dat?