Kennisbank

2014 – Verslag netwerkbijeenkomst 13 juni 2014 over binnenbuurten

Uitwisseling Stadsdorpen Amsterdam op Vrijdag ochtend 13 juni 2014

 1. Verschil tussen DAMmetjes en Binnenbuurten.

Het idee is dat mensen van een binnenbuurt elkaar op een gegeven moment zo goed kennen dat het vanzelf sprekend wordt dat je er bij “lek en gebrek” er voor elkaar bent. Dus dat je je als het ware aan elkaar verbindt en er voor elkaar wilt zijn in tijden dat het minder gaat en elkaar ook wat in de gaten houdt.

Bij een DAMmetje, althans een DAMmetje die gaat over steun geven en steun ontvangen,  kan het gaan om een eenmalige actie aan een willekeurige buur. Er kan nog iets verder uit groeien, maar dat kan of hoeft ook niet.

 2. Vragen en thema’s die aan de orde kwamen:

 

2.1 Waarom binnenbuurten: de doelen

  • Ontwikkelen van nabuurschap: Vooral voor buurten of Stadsdorpen die erg groot zijn is het werken met binnenbuurten een goede manier om dit te bevorderen.
  • Ontwikkelen van saamhorigheid.
  • Signaleringsfunctie: Het is gemakkelijker om in en binnenbuurt te signaleren als het niet goed gaat met bepaalde buren.
  • Eenzaamheid verlichten

 2.2.    Hoe kun je het organiseren, enige ervaringen

Stadsdorp Zuid is opgedeeld in 12 binnenbuurten waarvan er tien goed lopen.

Iedere binnenbuurt (gemiddeld 50 stadsdorpers) heeft een “binnenbuurt –contactpersoon”  en een vervanger van deze persoon. Dus twee personen per binnenbuurt zodat het ook minder kwetsbaar is. Alle binnenbuurt-contactpersonen komen bij elkaar in de werkgroep “Binnenbuurt” om ervaringen en ideeën uit te wisselen. De binnenbuurten komen minimaal 3 keer per jaar bij elkaar, ze komen meestal niet allemaal, dat zou ook niet in een huiskamer passen.

Bijeenkomsten:  thee/borrel en bv een persoonlijk verhaal van iemand. Verder komt meestal ook aan de orde wie er niet komt en of daar een reden voor is die enige aandacht behoeft (gezondheid, dreigende eenzaamheid etc.: signaleringsfunctie)

Men constateert ook in Stadsdorp Zuid net als elders grote “vraag-verlegenheid”.

Stadsdorp Zuid bekommert zich in eerste instantie om die mensen die zich officieel hebben aangesloten bij  Stadsdorp Zuid. Het zijn betalende leden en zij betalen 10 euro per maand. Maar natuurlijk wordt ook gekeken wat men kan doen voor niet-leden als die in nood zijn.

Stadsdorp Centrum Oost heeft 8 binnenbuurten en werkt met twee coördinatoren per binnenbuurt. 70 betalende leden, 5 euro per maand. De coördinator is het eerste aanspreekpunt per buurt. Hij / zij zorgt ook dat men elkaar leert kennen en kent.

Stadsdorp Elswijk in Amstelveen, een buurt van 11.000 inwoners, dus erg groot. Zij hebben 350 mailadressen, niet betalend.

De gemeente subsidieert jaarlijks buurt BBQ’s. Deze worden door het stadsdorp ook ingezet om buurt BBQ’s te stimuleren. Elswijk richt zich vooral op leuke dingen samen doen en hoopt als mensen op die manier elkaar beter leren kennen er ook voor elkaar willen zijn als nodig.

Stadsdorp Rivierenbuurt: zij vinden het belangrijk flink de buurt in te gaan, rond te kijken wat er is, contact te maken etc. Wat betreft binnenbuurten vinden zij het belangrijk dat stadsdorpers die zich hebben verenigd zich ook moeten bekommeren om mensen uit hun buurt die mogelijk verkommeren, eenzaam zijn . Signaleren, kijken wat je als buur kunt doen, maar ook kijken welk netwerk er ingeschakeld kan worden wijzen op mogelijkheden van bestaande professionele en vrijwilligersorganisatie. Dus je als Stadsdorp binnenbuurt ook verantwoordelijk voelen andere buren , minstens om te signaleren.

2.3    Zijn er ook nadelen aan binnenbuurten en wat zijn mogelijk valkuilen?

Stadsdorp Nieuwmarkt heeft geen binnenbuurten, maar wil zich wel oriënteren op de voor- en nadelen. Hoe kun je de voordelen van een dorp koppelen aan de voordelen van een stad. Uiteindelijk hebben meerdere bewoners hun dorp verlaten om de nadelen ervan te ontvluchten, zoals sociale controle, enige bekrompenheid over goed en fout en zijn in de stad gaan wonen om de voordelen en geneugten ervan, zoals minder sociale controle,  de voordelen van enige anonimiteit, wat ruimhartiger en toleranter over goed en fout.

Er was jammer genoeg te weinig ruimte om hierbij nog stil te staan en ervaringen uit te wisselen.

Wel kwam aan de orde dat het belangrijk is dat een coördinator de balans van geven en aankunnen / of willen mee helpt in de gaten te houden. Met name als de steun uitmondt in bv erg claimend gedrag.

Hoe speelt hierin het thema wederkerigheid?